In Blog

We staan er niet dagelijks bij stil, maar onze voedselconsumptie heeft een grote invloed op het milieu.

Bij het produceren van voedsel komen broeikassen en andere stoffen vrij. Je moet dan bijvoorbeeld denken aan bestrijdingsmiddelen en ammoniak. Ook gaan er noodzakelijke grondstoffen verloren zoals water, stikstof en fosfaat.

Hoe kunnen wij het milieu een handje helpen en ervoor zorgen dat er voor ons en onze kinderen straks nog voldoende voedsel is?

De schijf van vijf adviseert duurzame keuzes zoals minder vaak vlees eten en vaker gebruik maken van de seizoensproducten.

De grootste milieuwinst valt te behalen door:

  • Minder voedsel te verspillen;
  • Minder vlees en meer plantaardige eiwitbronnen te eten, zoals peulvruchten en noten;
  • Niet meer te eten dan nodig is,
  • Alcohol, fruitsappen en frisdranken te vervangen door kraanwater, thee of koffie.

Ondervoeding versus overvoeding:

Bij duurzame voedselvoorziening gaat het erom dat er op de lange termijn voldoende, veilig en gezond voedsel voor iedereen is. Op dit moment lijden wereldwijd 868 miljoen mensen honger en nog eens 2 miljard hebben tekorten aan de juiste voedingsstoffen. Tegelijkertijd zijn er wereldwijd 1,4 miljard mensen met overgewicht of obesitas.

Veel Nederlanders hebben een voedselpatroon met hoge broeikasgasemissies. Wij consumeren doorgaans veel verzadigd vet, alcohol en dierlijk eiwit en weinig voedingsvezels, plantaardige eiwitten en koolhydraten.

Dit heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar ook voor onze fysieke gezondheid. Door meer te letten op onze voedselconsumptie eten we niet alleen duurzamer en kunnen de broeikasemissies omlaag met 15 tot 35%, maar eten wij zelf ook gezonder.

De zeven regels om duurzamer te eten:

  • Door op maat te kopen en te koken, verspil je zo min mogelijk voedsel;
  • Eet minder rood en bewerkt vlees. Neem in plaats daarvan peulvruchten, ongezouten noten en duurzame vis;
  • Neem niet meer zuivel dan je nodig hebt;
  • Eet niet meer dan je nodig hebt. Laat vooral ongezonde producten zoals snacks staan;
  • Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken en alcohol en kies voor kraanwater, thee of koffie;
  • Eet voldoende volkoren producten, groenten en fruit,
  • Kies milieuvriendelijke groente- en fruitsoorten door te letten op de herkomst en het seizoen.

Bron: Voedingscentrum